Koen en Astrid, jaren ‘90

Brief van Koen Vollaers, mede-oprichter van de Aprilfeesten (april 2019)

ALS WE DE APRILFEESTEN OPGEVEN, GEVEN WE DE BUURT OP!

36 jaar geleden kwam ik in Amsterdam wonen vanuit Breda waar ik via de afwas, in een plaatselijk restaurant, in de keuken terecht kwam en weer later achter de bar. Het Zuiden kent vele volksfeesten, carnaval, braderieën, kermissen enz. Voor ons was het van jongs af aan heel normaal te feesten met alle leeftijden door elkaar. Daar ligt volgens mij de basis van de Aprilfeesten.

Toen we de Cantina Mobilé overnamen van Ansi waren we ineens 3 maanden per jaar onderweg van stad naar stad met onze eigen Rollende Keuken. Dit reizend theaterfestival voelden als een warme deken, we leerde veel en hadden veel vrienden. Samen konden we alles aan!

Daar ligt de tweede basis van de Aprilfeesten.

Toen de Waag zijn 400 jarige verjaardag vierde was dat voor ons het teken dat het tijd werd Nieuwmarkt terug te veroveren op de auto's, junks en dealers. Je moet weten dat de Nieuwmarktbuurt in het begin van de tachtiger jaren een no-go area was. Café Bern was een waar eiland in een buurt die was platgegooid voor de bouw van de metro. Deze wijk was moe van de strijd, moe van de junks. De Waag was al weer jaren dichtgetimmerd en in verval.

Wij waren nieuw in de buurt, en hadden spullen en ideeën. Eind april bleek van ouds af al de tijd te zijn dat er jaarmarkten en later kermissen op de Nieuwmarkt waren. De ideale tijd leek ons. We kregen direct medewerking van de gemeenten die ook wel wat goed te maken had met de buurt. Gezamenlijk ontruimden we het plein van auto's en de Aprilfeesten waren geboren. We braken via het dak in de Waag voor water en stroom, wat natuurlijk niet kon, maar niemand zei er iets van. We kraakten bij wijze van spreken ons eigen plein. De Nieuwmarkt was weer voor een paar dagen van de buurt. Het bracht een euforisch gevoel teweeg, iedereen vierden het feit en het gevoel van een toekomst kwam weer terug!

Het werd op zondag beklonken met het legendarische buurtontbijt waar ruim 400 bewoners hun vrijheid vierden. Dat was het begin. De jaren erna heeft de Aprilfeesten diverse formaties gekend, de eerste jaren met het Danspaleis: een spiegeltent uit het einde van de 19de eeuw. Later met de Oranjerie maar altijd met het Bogententje, La Molina, Cantina Mobilé en natuurlijk de Zweef. De eerste 20 jaar waren de Aprilfeesten er écht voor en door de buurt, zonder subsidie, met vrijwilligers en alle omzet in een pot. Als alle kosten betaald konden worden, reserveerden we een potje voor het jaar erop. Was er verlies, dan dokten we er wat bij. “We” is in dit geval tien personen, allen  'oorspronkelijk' uit de buurt, allen die belangeloos hun spullen, hun tijd en hun creativiteit beschikbaar stelden. Elk jaar spelen er tientallen bandjes, van professioneel tot net beginnende. Elk jaar staan we daar met onze billen bloot op het plein, en elk jaar is het Buurtontbijt op zondag. Elk jaar danst de buurt op de muziek en elk jaar doen we dat samen, zonder 'security'. De buurt let op de buurt, dat is inmiddels onze traditie. Dat alles is niet veranderd.

Wat is er wel veranderd? Onze kinderen zijn ouder geworden en nemen langzamerhand het werk over. De wereld is veranderd. Internet zorgt ervoor dat we de laatste jaren overlopen worden door jeugd. Voor hun is de Nieuwmarkt het begin van de zomer, een grote reünie met gelijkgezinden.

De Aprilfeesten hebben een goede reputatie dus ouders vinden het allang best dat hun kinderen daar rondhangen. Al jaren is ons grootste item tijdens de vergaderingen: hoe beteugelen we de drukte? Hoe kunnen we het eigen gebruik terugdringen? Het is best frustrerend om elke nacht de troep van Albert Heijn op te ruimen. 

Dus we hebben wederom een opdracht: behoudt de Nieuwmarkt voor de buurt! En dat doe je niet door op te geven. Samen met de kinderen transformeren we de Aprilfeesten naar een nieuwe tijd. Maar één ding zal nooit veranderen: we zullen altijd op elkaar blijven letten en de gedachten aan de Aprilfeesten zal altijd een vurig verlangen zijn naar het volgend jaar!

Koen Vollaers